![]() |
|||||||||||
![]() |
|||||||||||
![]() |
NMBS 2555 |
||||||||||
Info over de locomotief: |
|||||||||||
In 1960 en 1961 werden 22 locomotieven van de serie HLE 25 gebouwd door fabrikant La Brugeoise et Nivelles voor de Belgische NMBS. De elektrische locomotieven kregen de nummers 2501 t/m 2522 en hadden een maximumsnelheid van 130 km/u. Eind jaren '60 besloten de Nederlandse Spoorwegen en NMBS om het materieelpark dat op de Beneluxdienst reed tussen Amsterdam en Brussel uit te breiden. Om de twaalf tweedelige Mat'57, waarvan de NMBS 220.902 bewaard is, te ondersteunen werden trek-duwstammen samengesteld met Belgisch en Nederlands materieel. De NMBS bouwde in 1974 acht locomotieven van de serie HLE 25 om, om ook in Nederland dienst te kunnen doen. Deze omgebouwde locomotieven kregen de nummers 2551 t/m 2558 en werden aangeduid als de HLE 25.5. NS liet acht Plan-D-rijtuigen ombouwen tot stuurstandrijtuigen. In 1974 liet NS twee Plan-L-postrijtuigen ombouwen om mee te rijden in de trek-duwstammen op de Beneluxtreinen tussen Amsterdam en Brussel. Er werden door de NS en NMBS acht stammen samengesteld: bestaande uit een Plan-D-stuurstandrijtuig, daartussen vijf rijtuigen (bestaande uit Belgische I4-rijtuigen en Nederlandse Plan-W-rijtuigen), bij een enkele stam een Plan-L-postrijtuig en een locomotief van de serie HLE 25.5. De nieuwe acht stammen werden vanaf 1974 naast de twaalf Mat'57-treinstellen ingezet op de Beneluxverbinding. Eind jaren '70 ging de Nederlandse Spoorwegen op zoek naar een nieuw type intercityrijtuigen om de oudere types rijtuigen te vervangen. Uiteindelijk werd besloten om zelf rijtuigen te ontwikkelen die gebaseerd zijn op de middenbakken van de nieuwe ICM-treinstellen. In de jaren '80 bouwde fabrikant Talbot in Aken (D) 317 ICR-rijtuigen (ICR staat voor InterCity Rijtuig). Van de 317 rijtuigen werden 59 rijtuigen speciaal gebouwd voor de Beneluxdienst. De Beneluxrijtuigen werden verdeeld in eerste klasrijtuigen (aanduiding A), tweede klasrijtuigen (aanduiding B), eerste en tweede klasrijtuigen (aanduiding AB), tweede klas met keuken- en bagageafdeling (aanduiding BKD) en elf tweede klas met stuurstand (aanduiding Bs). Voor het nieuwe materieel op de Beneluxdienst liet de NMBS twaalf locomotieven bouwen van de serie HLE 11. De locomotieven kregen de nummers 1181 t/m 1192, waarvan de 1187 bewaard is. De rijtuigen en de locomotieven werden voorzien van de gele NS-kleur en NMBS-bordeauxrood. Al snel werden acht ICR-buurland-rijtuigen overgeschilderd in de geel-bordeauxrode Beneluxdienst-huisstijl om op die verbinding dienst te doen. Op de Beneluxdienst naar Brussel vervingen de nieuwe NMBS HLE 11-locomotieven en NS ICR-rijtuigen in 1986 en 1987 de Mat'57-treinstellen en de oudere trek-duwstammen die op de verbinding reden. Na de Beneluxdienst werden de HLE 25.5-locomotieven ingezet voor internationale reizigerstreinen tussen Amsterdam en Parijs, die de HLE 25.5-locomotieven tot aan Brussel-Zuid reden. Lovers Rail huurde vanaf 1998 vier HLE 25.5-locomotieven van de NMBS. Nadat Lovers Rail een jaar later faillietging, keerden de locomotieven terug naar de NMBS. De HLE 25.5-locomotieven werden ook ingezet voor goederentreinen tussen België en Nederland. In 2009 stelde de NMBS de laatste locomotieven van de serie HLE 25 en HLE 25.5 buitendienst. Van de HLE 25 en HLE 25.5-locomotieven werd één exemplaar bewaard. Op 17 juni 2011 is de NMBS 2551 toegevoegd aan de collectie van het Toerisme en Spoorpatrimonium Museum te Bergen (B). |
|||||||||||
![]() |
|||||||||||
![]() |
|||||||||||
NMBS 2555 met een Unit Cargo. Willemsdorp, 24 januari 2009. © Leen Dortwegt |
|||||||||||
![]() |
|||||||||||
NMBS 2555 met een Congrestrein van Antwerpen naar Schiphol. Baambrugge, 5 juni 2008. © Rob van de Woude |
|||||||||||
![]() |
|||||||||||
NMBS 2555 met een gemengde goederentrein. Dordrecht Wieldrechtse Zeedijk, 8 augustus 2007. © Floris de Groot |
|||||||||||
![]() |
|||||||||||
NMBS 2555 als losse loc te Dordrecht, Wieldrechtse Zeedijk. 23 mei 2007. © Floris de Groot |
|||||||||||